Aan boord van propellorvlucht NAM Air van Bandoeng naar Semarang. Vandaag twee universiteiten in Bandoeng bezocht. Overal zeer levendige discussie. Veel vragen van studenten op informatief niveau, maar ook over mijn emoties en over historische duiding. Overal interesse en respect voor de complexiteit van de geschiedenis. 's Ochtends in gesprek met studenten geschiedenis, 's middags met studenten internationale relaties. Spontaan, open en energiek.
In de ochtend arriveren de uitgever en ik op de campus van de Universitas Padjadjaran, 21 km buiten Bandoeng. Een wijds opgezet landschap met vele gebouwen en kronkelige wegen door heuvelachtig landschap. Spandoeken met daarop mijn boek erop. We worden ontvangen door het hoofd van de faculteit cultuurwetenschappen. Heel goed, zegt hij, dat u gekomen bent. Wij zijn zeer in uw verhaal geïnteresseerd. Het zal onze studenten helpen het verleden beter te begrijpen.
Daarna word ik naar een enorme zaal gebracht, waar alle stoelen gevuld zijn. Eerst wordt er muziek gemaakt en daarna het volkslied gezongen, inclusief projectie van de tekst over een wapperende Indonesische vlag. Daarna spreek ik een half uur over het waarom van mijn boek, de bevindingen en mijn verwachtingen van een Indonesische vertaling. Dan volgt de tweede spreker, die een soort recensie van mijn boek geeft. Het is R. M. Mulyadi, docent van het department of history. Een kwartier lang suizen de woorden langs mijn oor, slechts een half woord kan ik volgen. Jammer, bedenk ik mij, dat ik geen tolk-vertaler heb meegenomen. Aan het einde vat de spreker het in het Engels voor mij samen: Your book is a good book for two reasons. First it provides detailed information on history, and we need this. Second, it stimulates indonesians to write their own history with regard to South Sulawesi Campaign. Now we realize that history is not a simple issue.
Met deze beoordeling opent de discussie. Ik voel me op mijn gemak door zijn goed gekozen woorden, maar ook door de respectvolle vragen uit de zaal.
Hoe haal je informatie uit mensen die zwijgen? Wat is de relatie tussen Westerling en de Politionele Acties - oh ja by the way wij noemen die Aksi Militair Agressi. Waarom gebruikt uw vader in zijn brieven het woord training terwijl het een echte acties was? Wie heeft het commando voor de acties gegeven? Wat zijn uw gevoelens richting uw vader? Wat zijn uw bronnen? Ziet u uw vader als oorlogsmisdadiger?
Antwoorden van mij op een aantal vragen leidt tot instemming, maar nog niet tot discussie. Na afloop komen veel studenten een boek, en een gesprek met een student over zijn opa die meevocht in de zgn. APRA-coup (een vermeende staatsgreep van Westerling in 1950, Bandoeng) wordt aanhoudend onderbroken door studenten die een handtekening vragen of met mij op de foto willen. Thank you sir for providing us with these insights, we will read your book carefully, zegt een meisje dat haar afstudeeropdracht over sociale revolutie wil schrijven. Will you came back next year and write another book?
Het valt me op hoe ontstellend jong sommige studenten ogen, lijken nauwelijks 15. Maar ze zijn minimaal 17 en vormen, als ze ons uitzwaaien, de nieuwe generatie Indonesische geschiedenisdocenten en - uitleggers.
In een forse autorit ploegt de auto van de uitgever zich door de miljoen scooters van Bandoeng. We arriveren op UNPAR, Universitas Katolik Parahyangkan. Monsigneur Geissen zaal. Dit is een private universiteit waar een deel van Indonesische diplomaten wordt opgeleid. Na een snelle lunch word ik meegenomen naar een volle zaal, 100 zitplaatsen, 120 aanmeldingen, gangpaden zitten vol. Ik heb weinig tijd voor mijn verhaal, de academische klok en het schema van de studenten is genadeloos. Harsawaskita, docent Internationale Relaties, de tweede spreker, geeft het verhaal wel magere credits, maar hij oefent ook een vreemde kritiek uit. Waarom schrijft u niet over de sociale revolutie in ons land, en waarom tref ik niets aan over de APRA-coup? Ik voel de behoefte om meteen te reageren, maar de voorzitter stelt voor alle vragen eerst te laten stellen. Een waslijst aan issues ontstaat op het notitieblok voor mij, met zowel vragen als statements. Waarom vluchtte uw vader niet uit het DST? Wat probeert u nu eigenlijk te bewijzen? Waarom is Westerling in Nederland niet als oorlogsmisdadiger gelabeld? Waarom ontkennen veteranen alles? Wat was de rol van Sultan Hamid bij de APRA-coup?
De vragen zijn respectvol, maar maken van de hele geschiedenis een grote stapel. Ik antwoord zo goed als mogelijk en tracht zaken uit elkaar te houden zonder de betere uit te hangen.
De vraag naar de sociale revolutie geeft me de kans deze terug te leggen bij de recensent. Ik zeg dat ik niets over de sociale revolutie zou durven te schrijven. Ik weet er niets van maar vermeld dat de experts hier wel aanwezig zijn, Men kijkt wat glazig. You! Jullie zijn hier de experts! Geef niet iemand anders de kans deze geschiedschrijving te kapen. Doe het zelf!
Er klinkt een welgemeend instemming.
De meest indrukwekkende statements komen van twee studenten. De eerste staat op en verklaart dat verhalen zoals deze waardevol zijn, omdat ze ontsnappen aan het nationale narratief. Dit soort verhalen leggen de geschiedenis uit en dat geeft inzicht. Zo ga je begrijpen dat geschiedenis complex is. There is much more to war stories for both NL and IND. I see this book as an encouragement in exploiting history mutually further. If we do so, we can escape from the national narrative.
De tweede reactie maakt nog meer indruk op me. Een jongen verklaart door dit verhaal aangetikt te zijn omdat hij zelf weet hoe lastig het in je eigen familiegeschiedenis zaken precies uit te zoeken. Hij tracht zelf de rol van zijn opa bij de APRA-coup in kaart te brengen. Daarom, zo zegt hij, moeten we verhalen zoals deze koesteren.
Ik kom vol met energie uit beide sessies. De wisselwerking tussen NL en IND is vaak de kern van de reacties. Hoe zien we elkaar 70 jaar na onze gezamenlijke oorlog? Wij in Indonesië weten eigenlijk maar weinig van Nederland na 1950, merkt iemand op. En ik voeg daar aan toe: wij begrepen eigenlijk ook niet in welke oorlog wij terecht waren gekomen.
Aan het slot komt de meest kritische vragenstelster naar me toe met een grote lach. Het is een goedlachse slimme meid. Ze stelde de wat prikkende vraag wat ik nu eigenlijk tracht te bewijzen. Sorry voor mijn vraag, zegt ze, ik begrijp het nu beter! Of ik met haar op de foto wil.
De piloot kondigt aan dat de wielen uitgaan voor Semarang, dus ik moet nu afsluiten.