Anhar Gonggong, historicus en auteur van het voorwoord in de vertaling, neemt het woord. Anhar is 76 jaar. Hij was drie jaar oud toen zijn familieleden werden doodgeschoten. Op Anhars gezicht kan je zijn leven lezen. Zijn lange zwarte haren, zijn schrandere voorkomen en voorzichtige bewegingen, soepel en mager, maken hem tot een heel bijzondere verschijning. Zijn voorname voorkomen weerspiegelt een fusie tussen een intellectueel en een rebel. Zijn stem klinkt scherp, en tegelijk sonoor door de speakers.
© Suzanne Liem
De oorlog die Nederland op Sulawesi voerde, was gericht tegen de jeugd. Anhars vader was een Raja, een adellijk hoofd. Hij leidde het verzet in de regio rond het dorp van hun familie: Kareano. Dit dorp ligt in de omgeving van Pinrang. Alle vorsten op Sulawesi waren anti-Nederlands. De Rajas en de bevolking waren eendrachtig in hun afwijzing van de Nederlandse overheersing.
Anhars vader behoorde tot de elite en beschikte over een goed netwerk op Sulawesi. In dat netwerk bevonden zich de jeugdige vechters naar wie later vele straten zijn vernoemd: Andi Mattalatta, Wolter Mongisidi en Saleh Lahede. Op Java werd de guerrilla strategisch geleid door Kahar Muzakkar. Anhars vader leidde het verzet in hun regio, bijgestaan door Anhars broers Andi Selle en Andi Tjamming. Westerling jaagde op die elite.
Op een dag kwamen militairen bij Anhars familiehuis voor een huiszoeking. Ze zochten een van Anhars broers. De broer waarnaar gezocht werd, overleefde de oorlog, maar twee andere broers werden, evenals zijn vader, doodgeschoten. Zijn vader werd met ongeveer 30 anderen in een naamloos graf gegooid.
Anhar is decennialang over zijn gevoelens hierover bevraagd. Hij denkt vooral aan zijn moeder, die heeft het meest geleden. Maar Anhar zelf is op termijn tot het inzicht gekomen dat als twee mensen vechten, er een moet winnen. En dat was Westerling. Westerling deed gewoon zijn werk, heeft Anhar geconcludeerd. Pijnlijk, maar we moeten dit feit accepteren. Anhars familie neemt het hem zeer kwalijk dat hij dit gezichtspunt inneemt.
Na de Japanse capitulatie begreep de Indonesische bevolking niet dat de Nederlanders, die zelf geen overheersing van de Duitsers wensten, niet konden begrijpen dat de Indonesiërs naar diezelfde vrijheid verlangden. If they want to be free, why don’t we? Het bredere begrip van de Nederlanders voor Indonesië was uiterst beperkt. Het behoud van ‘Hindia Belanda’ (Nederlandsch-Indië) draaide om twee belangen: economische macht en prestige (dignity). De Nederlanders wilden en konden niet begrijpen dat Indonesiërs vrij wilden zijn.
Het onbegrip van Nederland werd veroorzaakt door een gebrek aan psychologisch inzicht. Als Nederland had kunnen begrijpen wat de Indonesiërs nastreefden, was er geen oorlog nodig geweest. Nederland en Japan kenden beiden een wrede, imperialistische houding. De Japanse overheersing heeft de bewustwording van de Indonesiërs versneld.
Het aantal slachtoffers van de strijd staat ter discussie. Anhars broer telde na de militaire acties op ZC in de streek rond Kareano 700 slachtoffers. Anhar vindt het aspect van het aantal doden relatief minder belangrijk. Hij kijkt naar het gebeuren vanuit het oogpunt van mensenrechten. Een paar honderd doden, of 40000, het blijft een slachting.
De titel van dit boek, zo zegt Anhar, is voorbij de boosheid. Het is een emotionele titel die ons toont dat de boosheid is losgelaten. Dit boek is belangrijk voor Indonesiërs om de geschiedenis te begrijpen. Het is een eerlijk boek. Het boek is geschreven vanuit de handelende (pelaku) en bovendien laat de auteur ons voelen hoe deze situaties vanuit het Nederlandse gezichtspunt in elkaar zaten. Anhar raadt studenten aan het te lezen.
Met dit boek opent zich het gesprek over deze traumatische ervaringen. Van nu af aan kunnen we gaan bouwen aan nieuwe historische perspectieven. De ervaringen zijn wederzijds leerzaam.
De generatie die deze oorlog vocht is dood. Een nieuwe generatie is opgestaan. Vanuit het heden bouwen we aan nieuwe relaties tussen beide landen. Het uitgangspunt is niet boosheid, maar het verlangen naar historisch inzicht.
Einde van deze geweldige speech van Anhar. Een cadeau voor mij op deze dag.
Als we tijdens de lunch over verzetsbeweging en figuren op Sulawesi spreken, reageert hij zeer enthousiast. Diverse namen vallen, en ik noem het overzicht van verzetplegers op Celebes in 1946. Ik sla de bladzijde in mijn boek open, nu pas ziet hij mijn kriebelige handschrift op de zelfgetekende kaart van Sulawesi.
Anhar Gonggong
Met een scherpe vinger wijst hij de namen aan van zijn twee doodgeschoten twee broers. Het raakt hem diep, zijn scherpe ogen zijn niet meer los te slaan van de namen van zijn broers op het overzichtskaartje. Voor hem komt nu de grote geschiedenis van het Celebes-verhaal samen met zijn familiegeschiedenis. Als ik hem meld dat ik in Semarang heb beloofd nog een essay of boek te schrijven over Westerling, en daarvoor nog een Indonesische auteur zoek, zegt hij zonder aarzeling toe. Maar dan niet over Westerling. Uitgangspunt voor hem zal zijn dat hij de geschiedenis van het verzet vanuit zijn familie zal schrijven. Hij is jarenlang ‘professioneel’ met de geschiedenis omgegaan, maar het is tijd geworden voor dat ene verhaal. Ik zal het spiegelverhaal schrijven: het Nederlandse perspectief: (de inlichtingen, de politieke rapportages, de Nederlandse mentaliteit, de executies). Met welke informatie en inlichtingen ging mijn vader op Celebes aan de slag?
Anhars en mijn vader moeten elkaar als het ware tegenkomen op Sulawesi in 1946.
In enkele minuten werken we de plannen meteen heel concreet uit, alsof we dit al jaren hebben gedaan. Bij het afscheid lopen de rillingen me over de rug. Meer persoonlijk kan je geschiedenis niet krijgen. Vrijdag 28 september 2018 is voor mij een cadeautje. Uitgave eind 2019, of nog beter in 2020.
(Bijzonder dankbaar ben ik mevrouw Dwi Mulyatari, die van de toespraak van Anhar een simultaanvertaling maakte en de sessie ook modereerde.)