Aan boord Batik Air ID 7540 van Yogjakarta naar Jakarta. Vandaag een lezing en discussie op de oudste universiteit in Indonesië, de Gadjah Mada, afgekort UGM. Zeer goed luisterend gezelschap. Voorzichtige, intelligente, en ook schuchtere studenten. Het delen van gezichtspunten wordt ook hier expliciet ondersteund. Er wordt echter binnen de Indonesische gezinnen van deze studenten nauwelijks over dit onderwerp gesproken, terwijl allen het belang van het onderwerp wel expliciet onderschrijven.
Het grote auditorium is gereserveerd voor mijn lezing. De docent geschiedenis, Abdul Wahid, heet mij hartelijk welkom. Het departement geschiedenis van de UGM neemt maar 40 studenten aan per jaar. 45 daarvan, de groep met belangstelling voor koloniale geschiedenis, zijn aanwezig. De moderator geeft een korte inleiding, dan krijg ik de vloer. Ik vertel het verhaal van Piet. Er is grote stilte, men luistert zeer aandachtig. Er worden weinig aantekeningen gemaakt, het luisteren lijkt aandachtiger dan in de andere sessies.
De tweede spreker, docent geschiedenis dr M. Yanda Zara, zegt dat het boek informatie geeft over een onderwerp waarover in Indonesië erg weinig te vinden is. Een publikatie die hij als vergelijkingsmateriaal noemt, heb ik voor mijn boek ook gebruikt: Massacre Macassar, in 1947 gepubliceerd door het Indonesische Ministerie van Informatie. Hij vergelijkt het taalgebruik in mijn boek met Macassar Massacre: wat de NLers als patrouille, actie, oefening en praktijk benoemden, wordt in de Indonesische publikatie uit 1947 benoemd met: massacre (slachting), mobbing up, purge (zuivering) en killers (moordenaars). Het DST nam na de acties geregeld eigendommen van Indonesiers uit de kampong mee, zoals krissen. Na enkele suggesties om het boek uit te breiden met Indonesische bronnen, zegt hij dat er nu ook een boek vanuit Indonesisch perspectief over deze periode moet komen.
Er volgen een aantal vragen (zie onder). De meest omvattende luidt waarom dit nu juist op Sulawesi is gebeurd? Ik probeer drie oorzaken aan te wijzen: Sulawesi was het enige deel van Indonesië waar NL (na het akkoord van Lingadjatti) nog een footprint kon behouden; Sulawesi was de graan- en rijstschuur van de regio; en ook heeft meegespeeld dat de laatste toezichthoudende Engelse soldaat Sulawesi elf dagen voor het begin van de actie had verlaten. NL had dus geen pottenkijkers meer. Vrij spel.
Na enkele vragen stel ik een vraag aan de studenten. Praten jullie met je ouders, grootouders of overgrootouders over de koloniale oorlog, en hoe belangrijk vinden jullie families dit onderwerp? Er volgt een lange, maar geen ongemakkelijke stilte. Een aantal studenten neigt naar een antwoord, maar er hangt veel schuchterheid en hier en daar wat gegiechel. Eindelijk neemt een meisje het woord. Zij heeft haar opa geïnterviewd, maar die is op zijn 86ste jaar heel veel vergeten. Abdul Wahid zegt dat het moment van de vooravond van de jaarlijkse viering van 17 augustus ook een moment zou zijn om dergelijke oral history op te sporen.
Later spreekt een ander meisje mij aan. Haar opa is dood, maar ze spreekt soms met haar oom over haar opa tijdens de revolutie. Opa deed klusjes voor zowel TNI als voor het KNIL, voor beide kanten dus. Het heeft enorm veel vragen bij haar opgeroepen. Hoe zat dat dan, en: hoe was dat eigenlijk mogelijk? Stond haar opa aan één kant of was hij een opportunist? Ze zegt openlijk dat haar oom alleen de mooie verhalen vertelt. The dirty stories he will never tell. Ik waardeer haar opmerking enorm, en vraag haar of ze haar opa mijn boek wil laten zien.
Na afloop, wachtend in de rij om een boek te laten signeren, nadert een jongen met ogen zo donker als de afgrond van de vulkaan Merapi. Hij koopt twee boeken, ik teken ze. Zijn Engels is helaas heel slecht als hij zegt: you know, ehmm, I am… ehmm, from Sulawesi. Sulawesi Selatan. Helaas slaat hij elk vervolggesprek af, ineens moet hij er vandoor. Is het plotsklaps opbreken van deze studerende afgezant van de derde-generatie een aankondiging van de ongrijpbaarheid en onpeilbaarheid die ik overmorgen op Sulawesi zal meemaken? In het vliegtuig zegt mijn uitgever: Sulawesi faces express more toughness. Ook hun taal is scherper, de woorden priemen meer. En daar klinken weer de laatste woorden van Abdul Wahid door mijn hoofd: I’m really very curious what you’re going to meet in Sulawesi. There could be some tough talk, you now!
Toko Buku
Ik zie de Merapi aan ons voorbij glijden. Laat ik kort zijn: on-ge-loooof-e-lijk mooi.
Nog 55 minuten en dan zijn we terug op Jakarta Airport.