18:00 uur, getikt in de zeer hobbelige autorit van Semarang naar Yogjakarta. Dus sorry voor de typo’s.
Vandaag twee actieve discussies, op twee universiteiten in Semarang, UNDIP en UNNES.
Open discussies, waarbij opvalt dat er honger is naar feiten, behoefte aan het delen van analyse, en expliciet meermalen melding wordt gemaakt van de noodzaak om andere Indonesische aspecten van deze periode, 1945-1950, stevig te onderzoeken. Vandaag diepe emoties en stevige lachbuien. Afgesloten met de lichtvoetig-religieuze verklaring dat mijn boek‘ en de discussie ‘Peace with the past’ belichaamt. Diepe indruk op mij maakte het verzoek om de titel van mijn boek te veranderen.
Eerste sessie op de Universitas Diponegoro Semarang, ook weer een schitterend in de naaldbossen gelegen groots opgezette universitaire campus. Het gebouw van de faculteit geschiedenis is even zoeken. Opvallend is het aantal meisjes onder de studenten. Ze hebben zich al meer dan een uur voor aanvang in de gangen gesettled en zoeken meteen contact met mij. Di Belanda, hoor ik fluisteren.
Het zaaltje stroomt vol, op de gang staat een pop-upstand van de uitgever, voor het gebouw een grote banner met aankondiging van een publieke lezing met discussie. Voor mij zitten studenten die vooral tot wetenschapper worden opgeleid.
Leergierige meisjes op de eerste rij schrijven alles op, een tweetal jongens daarachter filmen alles, twee uur lang, wat mij de eerste minuten nogal een gespannen gevoel geeft.
De introductie van mijn verhaal geeft mij al meteen ruimte: goed dat u er bent om ons te informeren over de Nederlandse beleving van deze periode vol pijn en spanning.
Na mijn verhaal geeft dr. S. H. Indriyanto een commentaar. Hij heeft aanvankelijk nogal wat kritiek. De primaire bronnen zijn alleen Nederlands, en soms is het lastig voor de Indonesische lezer om te bepalen of iets een feit of mijn inschatting is. Het boek voldoet daarom niet aan de academische criteria. De gebruikte methode is niet helder.
Maar dan ineens verlegt hij zijn verhaal naar de voordelen. Het beschrijven van zo veel verschillende perspectieven in het boek leidt tot een diep inzicht. Het boek scoort heel hoog op ongemakkelijkheid. Ook scoort het heel hoog op de persoonlijke geschiedenis van 1 soldaat. Daarom zal het jonge Indonesische studenten aanzetten tot het onderzoeken van de eigen geschiedenis. Er zijn, zo zegt hij, in Indonesie zo veel gebeurtenissen en geschiedenissen nog niet onderzocht. Die vragen om onderzoek en uw boek en aanpak is daarbij echt inspirerend.
Ik heb aanvankelijk de neiging om het eerste deel van zijn kritiek te weerleggen (dat een ego-journalistiek nonfictieboek niet met wetenschappelijke criteria moet worden beoordeeld etcetera etcetera), maar besluit daar geheel vanaf te zien. De eerste vraag klinkt. Are you willing to meet families of the victims? Yes, al geef ik me er wel rekenschap van dat dat niet makkelijk hoeft te zijn, en dat ik het respecteer dat nabestaanden mij misschien op een negatieve manier zullen benaderen.
Na aanvankelijke schuchterheid volgen andere vragen. Zoals de vraag waarom ik niet veel meer over de situatie van destijds heb geschreven. Waarom heeft u niet veel meer andere personen, zoals legercommandanten, in uw verhaal opgenomen? Hoe heeft u uw bronnen gebruikt?
Uit de naastgelegen gebedsruimte stroomt leeg, en enkele binnenlopers voegen zich bij het lopende gesprek over de vraag of Westerling een muslim was. Een lastige vraag. Ik antwoord met een quote van een oud-commando, namelijk dat Westerling er mogelijk een persoonlijke religie op nahield en (of moet ik zeggen: maar) dat hij het zeker niet heeft nagelaten zijn mogelijke moslim-hoedanigheid in Indonesië in te zetten. Er zit een zekere theatraal element in zijn persoon. Na afloop van acties, als er 35 lichamen op de grond lagen, ging hij voor in het gebed. De moderator, een jonge vrouw, knikt instemmend. Ik ben blij dat u de relatie tussen W en de islam ook twijfelachtig (doubtful) vindt, zegt ze. Het verbinden van deze zaken geeft weer allerlei moeilijkheden, die zeker in deze tijd de discussie weer afleiden. Daarop vertel ik dat sommige politieke onderwerpen, maar vooral persoonlijke dingen, behoorlijk lastig vind. Dat ik me, bij de voorbereidingen, in het meest heftige geval heb ingesteld op iemand die mij et woorden aanvalt en zegt dat ik me moet schamen. De zaal reageert geschokt, oh nee, dat mag niet. De moderator zegt later tegen me dat zoiets niet mag en ook niet zal gebeuren.
Er is wat tijd over en ik vraag voorzichtig of er interesse is in een kort filmpje van Westerling, een 14 seconden durende quote van hem uit 1984. De reactie is zeer positief. Daarop klinkt de stem van de voormalig kapitein opnieuw in dit werelddeel: “Je kunt geen Oosterse problemen oplossen als je steeds blijft kijken door een Westerse bril. Daarom moet je vaak afwijken van de normale militaire tactieken.” De studenten vragen of ze het nog een keer mogen zien. Verbaasde reacties: is dit dus Westerling? “Zo hebben wij ons hem niet voorgesteld”, zegt een meisje na afloop. “Wij weten alleen maar dat hij een slachter is. Meer hebben niet gehoord. Maar wat hij zegt is, op een bepaalde manier, nog wel waar ook. Wat zegt u, een opera-carrière?” Ze moet erg lachen.
Met de auto naar de tweede universiteit (Universitas Negeri Semarang UNNES), waar ik word binnengebracht in een grote, overvolle zaal die al meer dan 20 minuten zit te wachten, waar meer dan 200 studenten met wapperende schrijfblokken trachten de tot over de 30 graden opgelopen temperatuur te temperen.
De stemming is superenergiek, ik ben gekreukeld uit de auto gekomen en wilde eigenlijk eerst nog…. Maarton, Maarton!! Het begint! De plaatsvervangend dean heet me hartelijk welkom, mijn trouwe steun en toeverlaat Andreas Haryono, redacteur van Obor, met wie ik deze hele reis samen onderneem, neemt een foto vanaf de eerste rij. Nanda Julian Utama is moderator, eerst zullen we een Memorandum of Minutes ondertekenen, waarvoor twee fotografen zijn aangerukt. Na mijn eerste zin in het Indonesisch volgt een luid joelen en klappen. na de tweede zin ook. Dan dank ik voor hun enthousiasme en kondig aan dat we, als we zo doorgaan, nog zeker vijf uur nodig hebben om de lezing en discussie af te ronden. Nu volgt een werkelijk bulderend gelach en gejoel,en achterin staan enkelen op de stoelen te dansen. Dit is crazy, ik voel het enthousiasme maar hoe moet ik dadelijk mijn fijnmazige subtiliteiten an overbrengen?
Het lijkt te slagen, ik hou goed de vaart erin. Nadat ik ga zitten breekt het zweet breekt me uit. In 5 minuten drink ik 3 flesjes water van een halve liter leeg. In de bloedhete zaal hangt een stevige, maar positieve achtergrondruis, enkele zitten aanhoudend te praten, achterin zijn sommigen op hun stoel gaan staan om de discussie beter te volgen. Op de voorste rijen zitten vooral meisjes die onophoudelijk notities maken. terwijl de tweede spreker het woord voert, fluistert de moderator steeds de globale vertaling in mijn oor. Ook hij benoemt het punt van de non-fictie. Uw boek lijkt wel een film, maar soms is het lastig te bepalen wat feit en wat interpretatie is.
Your father is not evil by design, but he is a victim as well. The situation was evil. Dit stelt me gerust. Toch, zo gaat hij verder, is uw analyse ontoereikend. Waarom geen groter perspectief? Waarom bespreekt u de grotere structuur niet? En: waarom niet meer over de micro-psychologie? En waarom meldt u niet dat het Nederlandse leger al veel eerder, namelijk al in 1945, very brutal was? Ik snap zijn opmerkingen, maar ook hier neem ik mezelf kwalijk dat ik niet beter heb duidelijk gemaakt dat ik me juist beperkt heb tot mijn vaders wereld, ook omdat de grotere koloniale geweldsstructuren (in mijn beleving) al beschreven zijn. Maar ook hier slik ik mijn contra-opmerkingen in en besluit te incasseren (iets waar ik heel slecht in ben). En gelukkig maar, want dan volgt een opmerking die mij diep raakt. Dr. Utomo stelt voor de titel van het boek te veranderen. Met zijn vinger krast hij, publiekelijk, over de cover van het boek heen. Uw boek zou moeten heten: Jangan Berhenti Mencintai Ku - don’t stop loving me - Hou niet op van mij te houden, zoon! U moet worden geprezen dat u 25 jaar over deze materie hebt nagedacht. In uw conclusie klinkt nog steeds twijfel door en dat is logisch. Uw aandachtige methode en de tijd die u nam moeten wij in Indonesie ook inzetten voor andere onderwerpen. heel nauwkeurig alle aspecten afpellen.
Tot slot zingt hij een gedicht dat hij voor mij heeft geschreven. Hieruit blijkt de liefde van mij voor mijn vader. Ik ben diep geraakt, echt ongelooflijk. De man weet waar dit over gaat.
De eerste zeer goede vraag (van een jongen genaamd Feridan Abadi, 6de semester) luidt: Hoe heeft u uw emoties van de ratio gescheiden? Hoe ziet u het doden van de mensen toen vanuit het heden? Hoe wordt deze gebeurtenis op de scholen in NL onderwezen? Ik zeg daarop: te weinig, en te oppervlakkig. Er wordt in NL wel veel institutionele geschiedenis overgebracht, zoals de bevoegdheden van de Volksraad in 1918. Maar de pijn, en de enorme energie waarmee de Indonesiërs vrij wilden zijn, dat wordt niet invoelbaar gemaakt. Uit de zaal volgt een opmerking dat mijn conclusie dat mijn vader nauwelijks vermoedde naar wat voor conflict hij instapte, helemaal klopt. Hoe kan het dat Westerling in NL altijd werd beschouwd als held?
De vragen blijven komen, en de moderator, die ik op 18 jaar schat, maar die 27 blijkt te zijn, kondigt een afsluiting aan. Een laatste vraag. Wie gaf nu precies de order voor Zuid-Celebes? Wat was de rol van Westerling zelf, wilde hij zelf mensen doden of was hij hiertoe opgedragen? Ik doe een poging in een paar minuten te antwoorden. De opdracht en het belang voor NL waren glashelder: ruim de rotzooi op Zuid-Celebes op. Het grote belang aan NLse zijde was ook om de verantwoordelijkheid voor de methode vaag te laten. Allen wisten ervan, vanaf eind december 1946 ook de minister-president, en deze spreiding van verantwoordelijkheid had als effect dat allen zich terugtrokken in hun begrensde, directe verantwoordelijkheid. Algehele regie ontbrak, juist omdat allen een sterk belang hadden bij een mistige situatie.
Aan het einde gaat een zeer klein, maar extreem vokaal meisje op een stoel staan in zegt in goed Engels: Mister Maarten, we couldn't understand a word of what you said because we don't understand English. Please write another book and come back next time with a translator. I will buy your book for sure so that I can read what your lecture was about! Nu breekt een hilarische energie-uitbarsting uit, op de eerste rij biggelen de tranen van plezier bij de dean over zijn wangen. Ik beloof terug te komen, met een bescheiden boek.
Na afloop meer dan een uur lang op de foto met studenten (een soort intellectuele Justin Bieber van 51 jaar…). Selfies.
Tot slot volgt een kort islamitisch gebed, lichtvoetig gebracht, met een hand op mijn boek, “This book offers us peace with the past”.
Tijdens de autorit weet ik waar mijn volgende publicatie over zou kunnen gaan. Ik loop de vele vragen van vandaag langs. Steeds een combinatie van rangen naar feiten, analyse en emotie. Het zou kunnen heten: Westerling na 1950. Nederlandse en Indonesische visies op 25 feiten, halfware mythes en bullshit over De Turk’. Een tweetalige publicatie, links Nederlands, rechts Bahasa Indonesia. Ik zou dat samen willen schrijven met een Indonesisch expert die ik in de derde week opnieuw zal ontmoeten. Moet verschijnen in de zomer van 2019. Nog veel werk aan de winkel, maar ook proef en voel ik hier in Indonesie overal de ruimte om onderwerpen bespreekbaar te maken.
Ik moet stoppen want we rijden nu de parkeergarage in van het Ibis-hotel in Yogjakarta. Het is 22:00 uur.